maandag 12 januari 2009

Het Gazagevoel in Brussel

Jan Goossens, artistiek leider van de KVS, eist een boycot tegen Israël.

In Terzake zei professor Rik Coolsaet (UGent) vorige week dat hij niet verwachtte dat het Israëlisch-Palestijnse conflict naar onze contreien zou worden geëxporteerd. Jan Goossens plaatst een paar kanttekeningen.

Coolsaet heeft allicht gelijk dat hij niet meteen de dramatische trom roffelde. Gelukkig lijkt de kans voorlopig klein dat de oorlog in Gaza ook bij ons tot gewelddadige oprispingen leidt. We kunnen ons inderdaad het best concentreren op het Palestijnse leed en onze geringe mogelijkheden om het te verlichten, eerder dan op overtrokken exporttheorieën. Geen enkele buitenstaander kan zich voorstellen hoe het moet zijn om als gewone Palestijnse burger in Gaza gesandwicht te zitten tussen de Israëlische bommenwerpers en grondtroepen enerzijds en de Hamasstrijders anderzijds. Als ratten in de val, het is ongetwijfeld een slap eufemisme.

Toch is het me de voorbije weken in Brussel vaak opgevallen dat we de impact van deze oorlog op onze medeburgers en stadsgenoten van Arabische afkomst ferm onderschatten. Neem je in Brussel een taxi, dan is de kans groot dat je chauffeur een 'Maroxellois' is. De taxiconversatie gaat dezer dagen meteen over Gaza en de toon is machtelozer, bitterder en woester dan ooit. Hetzelfde is momenteel ook het geval als je in Molenbeek bevriende theatermakers met Arabische roots bezoekt, of als je met lokale nieuw-Belgische politici spreekt of in de Marokkaanse snackbar Avenida op de Lemonnierlaan gaat ontbijten. Er is maar één gespreksonderwerp en de pijn veroorzaakt door de buitenproportionele Israëlische agressie die tot nu toe al bij al onbestraft bleef, is gigantisch. Op termijn zal daarvoor een uitlaatklap worden gevonden en aan alle vreedzame beheersing komt ooit een eind.

Dat we als autochtone Belgen maar gedeeltelijk beseffen welk mentaal leed de bommen op Gaza ook in Brussel veroorzaken, zegt iets over onze samenleving, die al met al gesegregeerd blijft. In een land waar Vlamingen en Walen nog nauwelijks elkaars gedachten en gevoelens begrijpen, is empathie met de allochtone medemens een nog grotere uitdaging. Net zoals het onbegrip tussen de twee grote gemeenschappen in dit land in de hand wordt gewerkt door quasi compleet gescheiden media, zo ligt ook nu daar een deel van de oorzaak.

Stilaan valt er in de westerse media ook behoorlijk harde kritiek op de Israëlische oorlogsdaden te horen en te lezen. Maar het heeft een tijdje geduurd en dat er algemeen medelijden met de Palestijnen weerklinkt, betekent nog niet dat er dieper wordt gegraven naar de echte oorzaken van wat vandaag gebeurt. In enkele edito's en opiniestukken in kwaliteitskranten gebeurde het wel, maar het blijven uitzonderingen. Op tv blijven de 'gekuiste verslagen' van de oorlog de regel. Zo maakte ik het de voorbije week twee keer mee dat de verslaggever in Gaza voor BBC World zelf aankondigde dat de meeste beelden niet konden worden uitgezonden "wegens al te gruwelijk". In de Arabische wereld worden de kijkers echter wel overladen met de uncensored version en naar het aantal schotelantennes in de allochtone wijken van Brussel te oordelen, zal het daar niet anders zijn.

Journalist Uri Avnery van de Israëlische krant Haaretz, een van de weinige tegenstemmen die er in Israël nog zijn, maakte daar een scherpe opmerking over in een recent artikel waarin hij de desastreuze fall-out van de Israëlische politiek voor de hele wereld beschreef: "Dag na dag, nacht na nacht, zendt het Arabische kanaal van Al-Jazeera gruwelijke beelden uit: hopen verminkte lichamen, huilende familieleden die tussen tientallen lijken naar geliefden zoeken, een moeder die haar dochter vanonder het puin trekt, dokters zonder medicijnen die zwaargewonden in leven trachten te houden." Daarna voegt hij er veelbetekenend aan toe: "Het Engelstalige Al-Jazeera heeft, in tegenstelling tot zijn Arabische zusterkanaal, een verbijsterende gedaanteverwisseling ondergaan. Daar krijgen we enkel nog proper opgepoetste beelden te zien en worden we overladen met gratis verspreide Israëlische propaganda." Gescheiden media creëren gescheiden realiteiten, maar in Brussel raken die gescheiden realiteiten elkaar op bijna elke straathoek. In grote delen van de stad moet je niemand nog blaasjes verkopen.

Meer dan ooit is er vandaag duidelijkheid en nuancering nodig. Empathie met het Palestijnse én Arabische leed in Gaza en bij ons hoeft niet te betekenen dat je niet meer kunt zeggen dat ook de raketaanvallen van Hamas op Israël moeten ophouden. En we herhalen het best tot uit den treure dat de staat Israël niet samenvalt met het joodse volk. Tegenover de staat Israël en zijn nietsontziende en door hypocriete retoriek gecamoufleerde oorlogspolitiek tegen alle Palestijnen is maar één houding mogelijk: die van een economische en culturele boycot. Theatermaker Alain Platel had tijdens de voorstellingen van zijn productie 'Pitié!' vorige week in Brussel de moed om daartoe op te roepen. Naomi Klein, auteur van 'No Logo' en 'Disaster Capitalism', ging in The Guardian zover dat ze het Israëlische beleid tegenover de Palestijnen vergeleek met dat van het toenmalige apartheidsregime in Zuid-Afrika. Dat gaat erg ver. Maar jammer genoeg gaat het vandaag zeker niet te ver.

Bron: DM 12/1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.